VOEW logo

De Vereniging van Onafhankelijke en Erkende Warmtepompinstallateurs, de VOEW, is opgericht begin 2016 door BRL 6000-21 gecertificeerde en erkende installateurs van warmtepompinstallaties op bodemenergie.

De VOEW behartigt de belangen van deze erkende installateurs bij alle partijen die betrokken zijn bij beleid, realisatie en handhaving op het gebied van bodemenergie.

Activiteiten van de VOEW

De vereniging stelt zich ten doel om de positie van haar leden te versterken door:
1. Belangenbehartiging van de leden richting stakeholders, certificerende instellingen, (lokale) overheden en politiek.
2. Bevordering van de deskundigheid en kwaliteit binnen de sector.
3. Voorlichting en promotie van de BRL 6000-21 certificering naar de markt.
4. Het bieden van een podium om kennis te delen en te verspreiden.
5. Het beschermen van de eindgebruiker van een bodemenergiesysteem.
6. Overleg met fabrikanten inzake garanties, om te voorkomen dat leden opdraaien voor garantieaanspraken door consumenten op basis van het non-conformiteitsbeginsel.

Oprichters de VOEW

Het bestuur en de oprichters van de VOEW:

  • Voorzitter: D.G. Harte (Warmtebelang B.V.)
  • Penningmeester: P.H. Kaal (HeatPumpService B.V.)
  • Secretaris: A.M. Harte-Deutekom (Warmtebelang B.V.)
  • Bestuurslid: E.H. Mateman (Ynergy Operations B.V.)

Leden van de VOEW

De leden van de vereniging zijn warmtepompinstallateurs die zelf BRL6000-21 gecertificeerd zijn. In het algemeen zijn de leden onafhankelijke Nederlandse MKB-bedrijven en dat betekent dat ze geen bedrijfsonderdeel zijn van warmtepompleveranciers, grondboorbedrijven of de aannemerij. De leden stellen hun BRL 6000-21 certificaat niet ter beschikking aan niet-gecertificeerde bedrijven.

Lid worden?

Een natuurlijk persoon of rechtspersoon kan lid worden van de VOEW onder de volgende voorwaarden:

Hij/zij is in het bezit van het BRL6000-21 certificaat en is erkend door Bodem+.
Hij/zijn is voorgedragen door een zittend lid.
Na goedkeuring door het bestuur.
Na betaling van het lidmaatschapsgeld van €200,- per jaar.


Aanleiding oprichting VOEW

Per 1 oktober 2014 is voor de aanleg van een bodemenergiesysteem een wettelijke certificering van kracht. Een opdrachtgever, bijvoorbeeld eindklant, aannemer of installateur, is dan verplicht om werkzaamheden aan een bodemenergiesysteem door een Bodem+ erkend bedrijf te laten uitvoeren. Hieraan niet voldoen is een economisch delict.
Voor installateurs die aan het bovengrondse gedeelte van een bodemenergiesysteem werken, zeg maar aan de bodem gekoppelde warmtepomp, is het BRL KBI 6000-21 certificaat verplicht. Voor het ondergrondse gedeelte van een bodemenergiesysteem (de bronnen en bodemwarmtewisselaars) is het certificaat BRL SIKB 11.000 verplicht.

De meeste grondboorbedrijven die zich hebben gespecialiseerd in de ondergrondse gedeelte van een bodemenergiesysteem hebben het BRL 11.000 certificaat verworven en zijn Bodem+ erkend. Dergelijke gedrevenheid en professionaliteit zien we niet bij installateurs van duurzame warmte opwekkers. Bijna 1,5 jaar na het van kracht worden van de verplichte certificeringseis is slechts een paar procent van de CV-installateurs BRL 6000-21 gecertificeerd. De meeste installateurs hebben een ambivalente of zelfs een lakse houding tegen over deze wettelijke eis. Ze denken dat het in de praktijk niet zo’n vaart loopt, dat er toch niet wordt gehandhaafd, of ze schuiven de verantwoordelijkheid naar andere partijen.

Begin 2016 is er dan ook een trend zichtbaar in de soort bedrijven die bijvoorbeeld gecertificeerd zijn voor het installeren van het bovengrondse gedeelte van een gesloten bodemenergiesysteem (normdocument KBI 6000-21-2). Totaal zijn er slechts 38 erkenningen (!), waarvan 20 gespecialiseerde installatiebedrijven. De overige 18 bedrijven zijn importeurs, grondboorbedrijven of onderdeel van grote (installatie)bedrijven.
Het lijkt erop dat de markt een handige weg heeft gevonden voor de BRL 6000-21 certificeringseis van de warmtepomp-installateur. Door derden wordt een papieren exercitie uitgevoerd die voldoet aan de certificeringseis en elke installateur kan weer gewoon aan het werk. Mogelijk dat deze gang van zaken voldoet aan de letter van de wet, maar dan toch in ieder geval niet aan de geest van de BRL 6000-21.
Deze beweging is niet gedreven door kwaliteit maar door commercie. Op deze wijze verandert de prestatie in de installatiebranche voor duurzame energie niet.
Een belangrijk doel van de BRL 6000-21, namelijk het leveren aan de eindgebruiker van een kwalitatief hoogwaardige warmtepompinstallatie, wordt op deze wijze niet behaald.
Ook komt hiermee het 'gelijke speelveld' in gevaar. De leden van de VOEW hebben namelijk flink geïnvesteerd in het verkrijgen van de erkenning, waarbij de niet-gecertificeerde installateur geen enkele moeite heeft gedaan en geen kosten heeft gemaakt.

De leden van de VOEW zijn trots op hun vakmanschap en staan voor kwaliteit. Bij hun professionele houding ten aanzien van warmtepompinstallaties op bodemenergie hoort een up to date vakkennis, focus en veel ervaring. De flinke investering in tijd en geld die nodig is om BRL 6000-21 gecertificeerd en Bodem+ erkend te worden nemen ze voor lief. De erkenning door Bodem+ is verplicht, maar laat ook aan consumenten en bedrijven zien dat de installateur bekwaam is.

De VOEW zet zich dus in voor een onverkorte implementatie van de per 1 oktober 2014 van kracht zijnde BRL 6000-21 certificeringseis en de verplichte erkenning door Bodem+ van de warmtepomp-installateur.